Lenen Student



Aanvullende beurs

Indien de basisbeurs niet voldoende is, kan een student in aanmerking komen voor een aanvullende beurs. Deze aanvullende beurs krijgt een student van de IB-groep indien de ouders relatief weinig inkomen hebben.

Om te bepalen of een student recht heeft op deze aanvullende beurs, dient het inkomen van beide ouders samen te worden gerekend. Er wordt uitgegaan van het inkomen van de afgelopen 2 jaar en er wordt rekening gehouden met eventuele studieschulden die de ouders zelf nog hebben. Is dit gezamenlijke inkomen lager dan ongeveer 25.000 euro dan heeft de student in principe recht op de aanvullende beurs.

Voor de aanvullende beurs zijn evenals het inkomen van de ouders ook nog het aantal broers of zussen dat een (aanvullende) beurs ontvangen van belang.
De aanvullende beurs is net als de basisbeurs een prestatiebeurs. Er dient dus binnen 10 jaar een studie te worden voltooid, omdat deze aanvullende beurs anders niet wordt omgezet in een gift, maar definitief als lening wordt aangemerkt.

In 2007 hadden 570.000 studenten een basisbeurs en 223.000 studenten hiervan hadden een aanvullende beurs, wat het percentage van studenten met aanvullende beurs tot 39% maakt.

Kijk bij betaaldata stufi voor de precieze dagen waarop het geldbedrag van de aanvullende beurs wordt overgemaakt.